Routelengte | 22 km |
Routeduur | 4 uren |
De legende Zwarte Kaat
Als je deze mooie tocht rijdt, denk dan eens aan de legende van Zwarte Kaat.
“De Heks van Hellenende” plunderde eind zestiende eeuw met haar handlangers boerderijen en kerken. Ook overviel haar bende handelsreizigers. Niemand was in deze regio veilig. Met haar ravenzwarte haren en lelijke kromme neus liet ze een spoor van vernieleningen achter.
Wat ze buitmaakte, werd samen met haar man Bruno en de bendeleden verslonden. Het gaf hen telkens weer kracht om ’s- nachts succesvol op rooftocht te kunnen gaan. Vaak werden de bendeplannen in het diepste geheim gesmeed bij de watermolen vlakbij Hoeve Ten Vorsel. Het historische beukenlaantje dichtbij de hoeve is nog steeds stille getuige van alle strooptochten.
Op een dag ging Zwarte Kaat sluipend via het beukenlaantje naar Hoeve Ten Vorsel om midden in de bossen een bijzondere pasgeborene te roven. Het kindje Thomas was geboren met “de sluier”. Met het geboortevlies over het hoofd, de “helm”was het jongetje ter wereld gekomen. Thomas zou daardoor in de toekomst kunnen kijken en geluk brengen. Wie hem binnen een dag zou dopen, had het geluk aan zijn kant. En dus roofde Zwarte Kaat het gelukskind Thomas en ging ervandoor. Die nacht ging ze over de Belgische Grens en doopte ze het kind als haar eigen zoon in de Abdij van Postel.
Thomas Ten Vorsel bleek een zegen. Zwarte Kaat werd voor de duur van tweemaal zeven heilige jaren fortuinlijk beloond. Vervolgens keerde het tij en werd de eindigheid van haar zaligeheid ingeluid. Ze had Thomas niet langer meer nodig, hij bracht haar namelijk geen geluk meer. Gelukkig kon Thomas naar de Abdij van Postel vluchten, net op tijd om de vriendelijke paters te waarschuwen voor de brute overvalplannen van zijn “moeder”.
Ondertussen bezocht Zwarte Kaat de abdij, zogenaamd om een pintje te drinken, niet wetende dat er intussen een gewaarschuwd leger op scherp stond. Ze liep in de val. De geplande roof van de waardevolle gouden munten mislukte. Alle bendeleden werden opgehangen onder de abdijpoort. Wonderwel wist Zwarte Kaat te onstnappen en zocht ze haar geluk onder een omgevallen boom. Alsof de duivel ermee speelde, werden de omringende bomen door de bliksem weggevaagd.
Wat overbleef was één grote cirkel met in het midden Zwarte Kaat. Verraden door het vuur werd het loeder alsnog gevangen, onthoofd en ver buiten de heilige grond van het dorp begraven; zonder kruis, op de heide onder een takje. Het gerstennat vloeide daarna rijkelijk. Idereen was immers voor goed verlost van het zwarte kwaad. Althans zo dacht men.